Artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting 1968 is van toepassing wanneer er sprake is van de overgang van een algemeenheid van goederen, wat invloed heeft op de btw-heffing bij de verkoop van onroerend goed, zoals recreatiewoningen. Deze bepaling is in het leven geroepen om de overdracht van ondernemingen (recreatiewoning welke wordt verhuurd) of delen daarvan te vereenvoudigen en fiscale druk op de koper te verminderen, door te voorkomen dat over deze overgang btw geheven wordt. Dit speelt met name een rol bij de verkoop van verhuurd vastgoed.
De regeling wordt van toepassing geacht wanneer de verkoop kan worden aangemerkt als de overgang van een autonome economische activiteit. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij de verkoop van een recreatiewoning die onderdeel is van een verhuuronderneming. Als een recreatiewoning met de intentie voor langere termijn verhuurd werd en deze verhuuractiviteit wordt als een autonome economische activiteit gezien, dan kan de verkoop van deze woning onder artikel 37d vallen. Dit betekent dat er geen btw verschuldigd is over de verkoop, wat voordelig kan zijn voor zowel verkoper als koper.
Voor de praktijk is het van belang dat, wanneer vastgoed (dat langer dan 2 jaar is gebruikt) wordt verkocht, de levering in beginsel vrijgesteld is van btw. Echter, als de verkoop als een artikel 37d transactie wordt beschouwd, kan de verkoper de btw op de kosten die aan de transactie toerekenbaar zijn, niet aftrekken, waardoor de btw een kostenpost wordt. Dit is vooral relevant bij investeringen in vastgoed waarvoor een herzieningstermijn loopt, aangezien een deel van de afgetrokken btw mogelijk terugbetaald moet worden.
Het is belangrijk te vermelden dat recente jurisprudentie veranderingen heeft gebracht in de toepassing van artikel 37d, met name in hoe de verkoop van nieuw ontwikkeld of kort verhuurd vastgoed wordt behandeld. Hieruit volgt dat het oogmerk waarmee een project wordt ontwikkeld, bijvoorbeeld voor directe verkoop of voor exploitatie, essentieel is bij het bepalen of een transactie als de overgang van een algemeenheid van goederen kan worden beschouwd.
In het algemeen geldt dat elke situatie uniek is en beoordeeld moet worden op basis van de specifieke omstandigheden. Het is daarom aan te raden om fiscaal advies in te winnen voor specifieke transacties om te bepalen of artikel 37d van toepassing is en welke fiscale gevolgen dit met zich meebrengt.